Schuld Fictie boek 5

Fictiedossier.

 

 

                                                     

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                                                          Gemaakt door: Marit Velthuis

                                                                                              Docent: Mr. Van Balveren

 

 

 

Gegevens van het boek.

 

1a. De titel van het boek is Schuld.

b. Het boek is geschreven door Simone van de Vlugt. Simone van de Vlugt is de pseudoniem voor Simone Watertor.

C. De uitgever van het boek is Lemniscaat. Het boek is uitgegeven in het jaar 2007. Verder heeft het boek 140 bladzijdes.

 

Samenvatting van het boek.

 

De hoofdpersoon van dit boek is het 13 jarige meisje Zoë. Zoë heeft een paranormale gave: ze kan de aura’s van mensen zien, ziet geesten en kan ook met hun communiceren. Ook heeft ze visioenen.

 

Het begon al toen ze heel klein was. Ze was ongeveer 4 jaar en vanaf de dag dat haar opa kwam te overlijden zag ze hem vaak . Haar moeder wilde haar eerst niet geloven totdat ze op een avond naar beneden kwam toen haar moeder zat te huilen om het gemis van opa. Zoë vertelde haar moeder dat opa het heel erg vond dat ze zo verdrietig was en dat hij zelfs een liedje voor haar zong.Het liedje was een door opa zelf geschreven liedje dat Zoë helemaal niet kon kennen.

Op een dag begon Evi ( een goede vriendin van Zoë) erover dat ze de jongen die ze leuk vond (Roel) wel gewoon hoi terug zei tegen haar en dan lief lachte,maar ze kan hem niet echt peilen dus klaagt ze bij Zoë. Die op haar beurt haar verteld dat ze Roel beter links kan laten liggen omdat hij verliefd is op Madelon. Lucas echter zegt Zoë kan je maar beter wat meer aandacht geven want hij vindt jou wel leuk. Evi is daar dan ook heel verbaasd over want Lucas is echt het perfecte type jongen waarvan ieder meisje droomt maar die je eigenlijk links laat liggen omdat je weet dat hij eigenlijk te perfect is. Maar vraagt Evi zich af hoe Zoë dat weet.

Zoë reageert een beetje luchtig van: Gewoon dat weet ik. En haar gelijk krijgt ze.

Na ongeveer negen maanden later vertelt Evi een klein beetje over haar gave maar uitsluitend over haar helderziendheid. Ze vertelt een paar dingen over de meisjes waarmee ze zijn. Sandra moet extra goed op haar hond letten en hem aan de lijn houden. En Evi moet heel goed oppassen.. maar voor wat?

Zoë schrok heel erg toen ze zag wat Evi zou overkomen en stelde het uit om te vertellen voor tot ze met zijn 2-en zouden zijn, maar als Zoë aan Evi verteld dat ze heeft gezien dat  ze binnenkort bij de springwedstrijd een fout gaat maken met een vreselijke afloop gelooft ze haar niet.

Het is nu een jaar naar dat het ongeluk is gebeurd maar nog steeds zit ze ermee dat ze Evi niet heeft tegen kunnen houden.

Bij de laatste hindernis ging het fout. De ontzetting in het publiek was heel groot, maar Evi kan het niet meer navertellen..

De lerares zegt dat ze maar naast Renske moet gaan zitten maar iets in haar zegt dat ze naast de jongen moet gaan zitten. Ze volgt haar gevoel en gaat dus naast de jongen zitten die Ivar heet.

Als ze thuis komt uit school, is er niemand thuis. Ze staart uit het keukenraam en dan komt Tijmen (haar broer) binnen. Ze maken samen huiswerk tot 17uur en ruimen dan hun spullen op. Zoë gaat aardappelen schillen en Tijmen dekt de tafel. Nu hun moeder fulltime werkt hebben ze een taakverdeling ingevoerd. Na het eten gaat Zoë naar haar kamer en elke keer als ze de trap op loopt krijgt ze een vreemd gevoel. Er is iemand op haar kamer dat haar aandacht probeert te trekken maar wie?

“Rakker leek opeens nerveus en ook Evi had iets van haar zekerheid verloren. Toch spoorde ze haar pony aan en reed vastberaden op de hindernis af. Rakker ging over in galop en niets wees erop dat hij zou weigeren. Toen hij plotseling bleef staan en Evi van zijn rug vloog, ging er een golf van ontzetting over de tribune.”

“Evi was zo ongelukkig terechtgekomen dat ze haar nek had gebroken. Ze was op slag dood.”

Na het ongeluk gaan de ouders van Zoë uit elkaar. Ze besluit een poosje haar gave niet meer te gebruiken wat heel lastig voor haar is. Op haar nieuwe school wordt ze na een geweldig grappige actie opgenomen in het groepje van populaire mensen. Er gebeuren wel rare dingen want ze krijgt visioenen over Renske (een wat sullig meisje uit haar klas) en in die visioenen vertelt Evi haar dat ze Renske moet helpen.

Renske blijkt aan het einde van het boek een acute darmontsteking te hebben.

Zoë ziet Evi’s verschijning steeds vaker terwijl ze haar Opa wat minder ziet dan eerst.

 Aan het eind van het boek komt alles weer op zijn plek en heeft ze het bijgelegd met Renske en Shanna (een meisje uit het populaire groepje waar ze later in het boek mee om gaat).

 

De hoofdpersonen en de relaties ervan.

Wie is de hoofdpersoon?

Zoë: Zoë is een paranormaal meisje, van dertien jaar. Je kunt goed merken dat ze best onzeker is, bijvoorbeeld toen ze de eerste dag op haar nieuwe school kwam, voelde ze zich niet op haar gemak toen ze werd voorgesteld aan de klas en iedereen haar aankeek. Over het uiterlijk van Zoë wordt niet verteld. Ze heeft een grote motivatie, want ze leert veel voor school en wilt in de uitval uren niets liever dan in de mediatheek leren voor proefwerken, ook al vragen klasgenoten aan haar of ze mee wilt gaan shoppen.

De grootste hobby van Zoë is hardlopen, maar door het overlijden van haar vriendin, wilt ze niet meer op een nieuwe atletiekvereniging in haar nieuwe dorp.

 

Wie zijn de belangrijkste personen?

Moeder: Ze is een bezorgde moeder, die graag altijd precies wil weten wat er is met Zoë en Tijmen.

Tijmen: Hij is de oudere broer van Zoë en zit in het vierde jaar van de middelbare school. Hij is zichzelf en zegt en doet wat erin hem opkomt en laat zijn gevoelens ook heel duidelijk zien aan de rest. Zoals hij bijvoorbeeld zegt wat hij van Shanna vindt die stapel verliefd op hem is. Ook toen Zoë en Tijmen gingen logeren bij hun vader, zei hij dat hij geen zin had en reageerde expres kortaf op zijn vader.

Evi: Evi is de beste vriendin van Zoë die door een paardrijwedstrijd is omgekomen door een gebroken nek. Er wordt niets verteld over het karakter en het uiterlijk van Evi.

Naast haar moeder, Thijmen en Evi zijn er ook nog andere personen (Bijpersonen)

Hoe zijn de onderlinge relaties?

De relatie tussen Zoë, Tijmen en haar moeder is erg goed, ze helpen elkaar en vertellen elkaar altijd wat er is. Vooral Zoë en Tijmen kunnen het heel goed met elkaar vinden. Als ze met iets zitten vertellen ze het elkaar altijd en proberen ze elkaar te helpen. In het boek is niet duidelijk te zien hoe de relatie was tussen haar moeder, Tijmen en die van Evi.

De relatie van Zoë en Evi is heel goed zichtbaar, doordat Zoë nog elke dag aan haar denkt en het vriendschapskettinkje dat ze heeft gekregen nog steeds draagt.

Maken de personen een ontwikkeling door?

Vooral Zoë maakt een grote ontwikkeling door, in het begin van het verhaal was ze heel teruggetrokken en wilde ze met niemand praten en bevriend worden. Dat veranderde algauw en ze trok zich weer tot de (populaire) groep van haar school. Ook ging ze in de loop van het verhaal zien dat het niet haar schuld is dat haar beste vriendin is overleden.

3. Over de auteur.

Simone van de Vlugt werd geboren op 15 december 1966 in Hoorn. Al heel jong begon ze met schrijven. Op haar achtste scheef ze al verhaaltjes en maakte daar een omslag omheen zodat het net een echt boek leek.

De moeder van een vriendinnetje had een typemachine die ze mocht gebruiken en vanaf dat moment leek het alsof ze daar woonde. Totdat ze van haar ouders een eigen typemachine kreeg. Dat was haar grootste wens. Vanaf dat moment zat ze altijd op haar kamer verhalen te typen. En op haar dertiende stuurde ze een zelfgeschreven boekje naar een uitgever. Die moedigde haar aan om vooral zo door te gaan. Voor Simone was het toen wel duidelijk, zij wilde schrijver worden. Het leek haar onmogelijk. Maar ze bleef verhalen verzinnen die ze opschreef. Ze las veel, leerde veel, en werd steeds beter. Door school en haar studie, een lerarenopleiding voor lerares Frans en Nederlands kwam er een tijdje niet zoveel van schrijven. Maar toen ze de studie had afgerond besloot ze een poging te doen tot het schrijven van een historische jeugdroman. En het lukte. Vanaf dat moment beschouwde ze zichzelf als schrijfster, en ging ze door met schrijven van historische romans.

 

4. Over het boek.

  1. Ik vind de titel heel erg goed gekozen, de hoofdpersoon in dit boek vindt dat ze schuldig is aan dingen die fout gaan en die zij voorspelt. Daar word haar leven door bepaald. Ik vind de illustratie goed bij het verhaal passen. De hoofdpersoon staat op de voorkant afgebeeld met het kettinkje dat ze van haar vriendin gekregen had voordat haar vriendin dood ging.
  2. Het boek is opgedragen aan Esmee, waarschijnlijk het vriendinnetje van haar dochter. Zij heeft namelijk ook paranormale gaven.
  3. Het verhaal speelt zich af in deze tijd. Hier heb ik twee citaten van gevonden. P. 18 “Sinds haar ouders uit elkaar zijn en haar moeder de kost verdient, zijn ze er financieel een stapje op achteruitgegaan.” P. 25 “Zoë kijkt om zich heen, steekt haar hand uit naar het tv-kastje en zet MTV aan.” Over het eerste citaat, tegenwoordig zie je steeds vaker dat mensen scheiden en steeds meer vrouwen werken tegenwoordig. Over het tweede citaat, elke tiener kijkt tegenwoordig MTV.

Het verhaal speelt zich voornamelijk in Hoorn af. Op de school van Zoë maar ook thuis, bij haar vader en zijn vriendin thuis en gewoon in de stad. Je komt voor de rest niet veel over de plaats te weten. Het verhaal had zich niet in het verleden kunnen afspelen omdat de hoofdpersoon dan al vermoord was voor hekserij en ik denk dat in de toekomst paranormale gaven meer geaccepteerd worden dus dan zouden haar gevoelens niet kloppen. Ik denk daarom dat de schrijver de goede tijd heeft gekozen en het ook niet anders had gekund. De plaats die me het meest aanspreekt is het huis van Zoë, ik heb deze plaats gekozen omdat ik er het meest vanaf weet. Het is een twee onder één kap woning met boven drie slaapkamers en één badkamer. Beneden zijn de keuken en de kamer erg koeltjes ingericht. Het is gewoon een standaard Nederlands huis en het is dus voor de rest niet erg bijzonder. Het verhaal had zich net zo goed in elke andere stad af kunnen spelen omdat elke stad een school en een bibliotheek heeft. Het verhaal heeft ook weinig met de plaats te maken.

Het boek is geschreven vanuit het hij/zij perspectief omdat je de gevoelens en gedachten alleen van Zoë meemaakt en wat zij vindt van de gedachten en gevoelens van andere mensen. Het perspectief blijft het hele boek hetzelfde. Het perspectief wordt al duidelijk op de eerste pagina: p.1 “Deze keer zegt ze niets. Dat heeft ze zich vast voorgenomen.” Ik vind dat het een goede keuze van de schrijver was om het hij/zij perspectief te nemen omdat je wel meeleeft met de hoofdpersoon maar toch een beetje objectief kan blijven. Bij het ik-perspectief weet je namelijk alleen wat er in het hoofd van de hoofdpersoon omgaat en bij de alleswetende verteller weet je dat juist helemaal niet. De schrijver bouwt de spanning op verschillende manieren op. Heel vaak door gedachtes van Zoë te laten zien maar ook door de omgeving aan te passen. Zoals hier: p. 12 “Haar huid lijkt strakgetrokken te worden, haar armen en benen voelen slap aan en haar hart bonst als een vuist tegen haar ribbenkast.” Je vraagt je echt af wat hier zal gaan gebeuren.

De tijd wordt in dit boek niet erg vaak versneld ik heb er een citaat van gevonden: p. 20 “Zoë en Tijmen zitten tot vijf uur tegenover elkaar huiswerk te maken, dan ruimen ze hun spullen op.” Hier wordt verteld wat er in drie uur gebeurd. Echter wordt er wel heel veel vertraagd in dit verhaal, hier heb ik ook een voorbeeld van: p. 17 “Ze kijkt naar Patrick, die nonchalant onderuitgezakt zit, en terwijl ze naar hem kijkt voelt Zoë de druk die op zijn schouders ligt, omdat hij als de populairste jongen van de klas altijd aan zijn imago moet denken. Zo kijkt ze iedereen vijf seconden aan.” Ik doe er langer over dan vijf seconden om die zin te lezen. Ik denk niet dat het veel met spanningsopbouw te maken heeft. Je leert hierdoor de andere personages in het verhaal kennen.

5. Leeservaring.

Onderwerp

Het onderwerp van het verhaal spreekt me erg aan, omdat het heel erg is als je een dierbaar iemand verliest. Vooral als je nog zo jong bent en het aan voelt komen. Het verhaal laat mij ook wel nieuwe kanten zien, ik dacht namelijk dat het niet erfelijk was en dat iemand er zo last van kan hebben. Ik ben dan ook aan het denken gezet.

Er is wel wat uitgekomen wat ik van tevoren al van het verhaal verwachte namelijk dat ze haar vriendin verliest en dat ze pananomale gave heeft. Het onderwerp wordt voor mij gevoel goed uit gewerkt, maar dat verschilt natuurlijk per persoon.

Het onderwerp is wel verassend uitgewerkt, ik wou namelijk blijven lezen doordat er dingen gebeurden die ik niet verwachte.

Het gedeelte dat haar vader en Merel een kind krijgen is niet goed uitgewerkt, je weet namelijk niet hoe het kind heet. Alleen maar dat het aan het rond de zomer geboren wordt.

Ik had nog nooit een boek over dit onderwerp gelezen, ik dacht namelijk dat boeken over pananomale gaven niet boeiend waren. Maar dit boek heeft het tegendeel bewezen. Ik ben dan ook benieuwd naar het gevolg van dit boek genaamd Vlinder.

Gebeurtenissen.

Het verhaal bevat heel veel gebeurtenissen en blijft dan ook boeiend, je wilt weten hoe het verder gaat en blijft lezen. In het verhaal zit genoeg tempo in het verhaal dat maakt het dan ook leuk om te lezen vind ik zelf. In dit verhaal gaat het vooral om de gevoelens van Zoë, de hoofdpersoon. Zo kom je te weten hoe zij zich voelt na de dood van Evi. Ik vind dat de nadruk op deze gevoelens goed is gelegd.

De gebeurtenissen hebben indruk op me gemaakt doordat ze haar vriendin Evi waarschuwde om niet mee te doen aan de springwedstrijd doordat ze het voelde aankomen maar dat Evi niet luisterde. Ik begrijp dan ook hoe zij zich daaronder voelt.

De gebeurtenissen zijn wel geloofwaardig want de gebeurtenissen in het verhaal gebeuren in het echt ook. Bijvoorbeeld dat een paard weigert voor de hindernis, dat er wordt gestolen uit winkels wat Shanna deed. De gebeurtenissen zijn daardoor ook herkenbaar.

De gebeurtenissen zijn wel verassend door wat er allemaal gebeurt met Renske en met Zoë.

Toen ik rond haar leeftijd was zijn mijn tante en opa ook overleden dus ik heb wel eens zoiets meegemaakt maar je beste vriendin is natuurlijk echt heel erg. Het verhaal gaat hierdoor wel meer leven voor mij en krijgt daardoor ook wel een betekenis.

In het verhaal staan geen gebeurtenissen die ik mee zou willen maken, niemand wil een dierbare verliezen.

Personages.

De hoofdpersoon Zoë is iemand die voor me gaat leven door de dingen die ze meemaakt. Maar haar moeder is ook levendig door haar verdriet van haar man die bij haar weg is gegaan.

Ik kan me goed verplaatsen in de problemen van de personen uit dit verhaal. Deze problemen heeft namelijk niemand graag. Ik zou niet op Zoë willen lijken, doordat zij al zo jong veel nare dingen moet meemaken.

Ik vind het gedrag van alle personen niet even leuk, zoals die van Shanna die gaat stelen. Zij gedraagt zich dan ook niet zoals het volgens mij hoort. Maar de personen uit dit verhaal reageren wel verassend.

Zoë heeft me wel beïnvloed door alles wat ze mee moet maken, zoals de dood van haar beste vriendin Evi. Ik ben dan ook blij dat ik dat niet hoef mee te maken.

De gedachte van Zoë heeft me dan ook wel aan het denken gezet.

Van Zoë kom je veel te weten, je kunt haar gedrag dan ook heel goed begrijpen. Ik hoef dan ook niet veel van haar gedrag in te vullen om het te kunnen begrijpen. Dit heb ik ook niet echt bij de andere personen.

 Het innerlijk hoef ik ook niet veel in te vullen voor de personages. Ik begrijp ze namelijk heel goed dat ligt denk ik aan de manier waarop ze het verhaal vertellen.

Zoë verandert heel erg door wat ze meemaakt, dat is natuurlijk ook begrijpelijk. Ik vind haar beslissingen wel begrijpelijk, zo vind ik het logisch dat ze zich schuldig voelt om de dood van Evi. Maar ze moet wel weten dat het niet haar schuld is en dat merkt ze in de loop van het verhaal.

Bouw.

Ik vind dat gebeurtenissen in dit verhaal logisch op elkaar volgen, het gebeurt namelijk in een goede volgorde, er zijn wel eens terugblikken op Evi maar dat geven ze wel duidelijk aan.

Het verhaal is spannend opgebouwd door de gebeurtenissen, zoals wat er gebeurd met Shanna als Zoë voelt dat er iets met Shanna aan de hand is. Ik ben dan ook wel benieuwd hoe het afloopt en wil dan ook echt het vervolg van dit boek lezen.

In het verhaal zijn wel meerdere verhaallijnen zoals die van Zoë en haar moeder. De verhaallijnen zijn wel goed met elkaar verbonden.

In het boek zijn veel flashbacks, met mails en over de tijd die Zoë en Evi beleefden voor het ongeluk. Maar het verhaal blijft daardoor wel interessant.

Het boek heeft een gesloten einde, met een goede afloop. De bijzaken van het boek zijn nog niet helemaal afgesloten maar worden in het tweede boek Vlinders uitgebreider verteld.

Het probleem van Zoë is voor een groot deel afgesloten, ze voelt zich beter doordat er na een paar vervelende dingen telkens weer iets goed van kwam. Ze voelt zich nog wel rot doordat ze de dood van haar beste vriendin niet heeft kunnen redden, maar ze begrijpt dat het niet haar schuld is. Ook weet ze nu dat Evi niet boos op haar is, ook al maakt ze nieuwe vriendinnen op nieuwe school. 

Taalgebruik.

Ik vind het verhaal niet lastig om te lezen, dit heeft vooral met het taalgebruik te maken. Ze vertellen het namelijk duidelijk.

De zinnen zijn dan ook eenvoudig te lezen en het verhaal bevat weinig moeilijke woorden.

Het verhaal bevat wel verschillende beschrijvingen van personen, zoals die van Ivar. Maar dit heeft verder geen gevolgen op de leesbaarheid en het verteltempo.

In het verhaal zitten wel verschillende gesprekken/dialogen onder andere een gesprek tussen Zoë en Ivar, Zoë en Thijmen enz. maar dit vind ik wel plezierig.

Verwerkingsopdracht.

Ik heb als verwerkingsopdracht gekozen voor het schrijven van een brief. Omdat de ouders gescheiden zijn heb ik ervoor gekozen om naar de moeder een brief te sturen, ze woont namelijk bij haar moeder samen met haar broer Thijmen.

Lieve mam, 

Ik ben zoals je waarschijnlijk wel gemerkt zult hebben erg veranderd na de dood van Evi. Dit komt vooral doordat ik me er schuldig over voel. Ik zag het beeld dat van de springwedstrijd voor me en heb haar gewaarschuwd maar ze wou niet na me luisteren, toen ik op de dag van de wedstrijd bij haar thuis kwam deed haar moeder open en zei dat Evi naar de springwedstrijd was.

Ik durfde er niet heen, omdat Evi al boos op me was. Sinds haar dood zie ik haar ook vaak. Laatst toen ik ging hardlopen voelde ik een windvlaag en moedigde ze me aan om harde te rennen, ze rende naast me. Ze heeft me dan ook gezegd dat ze niet boos op me was en dat ze van me hield. Dat gaf een heel fijn gevoel.Maar ik zal haar nooit vergeten, ze zou altijd een plek in mijn hart innemen. Jij zou ook altijd een plek in mijn hart innemen en hetzelfde geld voor Thijmen.

Ik zou het fijn vinden dat we er af en toe over praten, zo kan ik het denk ik beter verwerken.

Lieve mam ik wil dat je weer jezelf bent, je bent de laatste tijd zo verdrietig. Ik heb hier al eens met Thijmen over gepraat en hij zit er ook mee. Vandaar dat ik deze brief schrijf.

Mam wordt alsjeblieft weer de oude. Je was altijd zo vrolijk en dat missen Thijmen en ik heel erg. Vergeet niet dat we heel erg van je houden en dat we je echt niet kwijt willen.

Je bent de liefste, leukste moeder die ik maar kan wensen.

 

Dikke knuffel,

 Zoë en Thijmen.